Taal, taalbegrip en taalgebruik

Onderstaande signalen met betrekking tot taal kunnen wijzen op de aanwezigheid van een LVB.

Het taalgebruik van een persoon met een LVB kan verbaal zeer sterk zijn, maar meestal kan dit niet worden waargemaakt in de praktijk. Taal en woorden worden gekopieerd en gebruikt, maar de werkelijke betekenis is niet altijd bekend. Nuanceren is lastig, een situatie is zwart of wit, goed of fout. Het verbale vermogen van mensen met een LVB is sterker dan het performaal (=handelend) vermogen
De woordenschat is beperkt, maar dit valt soms nauwelijks op. Mensen met een LVB zijn meesters in het verbloemen hiervan. Taal en woorden die worden opgevangen in de omgeving worden gekopieerd en gebruikt, maar meestal zonder dat ze zelf precies weten wat het betekent
Vaak worden streetwise-achtige (=straattaal) woorden gebruikt
Bij hardop lezen ligt de klemtoon vaak verkeerd
Het leestempo ligt meestal lager dan bij mensen zonder een LVB
Het is lastig om zaken te onthouden
Schrijven gebeurt vaak fonetisch, zoals het klinkt wordt het opgeschreven

Ben u bewust van het feit dat het verbale vermogen bij een LVB, sterker is dan het performale (=handelend vermogen).
Pas de communicatie aan. Praat rustig, met korte zinnen, weinig woorden en gebruik geen beeldspraak.
Zet bij een vermoeden van een LVB de SCIL screener in.